Projectie

De instellingen voor de projectie bepalen hoe de geometrie van driedimensionale objecten wordt voorgesteld op het beeldscherm. Aangezien het beeldscherm slechts een tweedimensionaal vlak is, kunnen 3D-objecten slechts als projecties worden voorgesteld: ze worden omgezet naar lijnen in een 2D-vlak, zodat de toeschouwer de indruk krijgt dat hij 3D-objecten bekijkt.

Perspectief is een aparte vorm van projectie: objecten worden zodanig vervormd dat het ene object zich op een grotere afstand lijkt te bevinden dan het andere. Perspectieven worden vooral gebruikt als je zich een idee wenst te vormen over het uitzicht van het object in de (ruimtelijke) werkelijkheid. Objecten die zich ver weg bevinden, worden kleiner getekend dan objecten die zich vlakbij bevinden, ongeveer zoals we de dingen in de werkelijkheid zien. Parallel lopende lijnen (zijden) lopen naar hetzelfde verdwijnpunt.

Naast de standaard 2D-Plan projectie zijn er negen 3D-projectiemethodes; een tweepuntsperspectief optie is beschikbaar voor perspectief projectiemethodes.

Om de projectiemethode te wijzigen:

Selecteer het menu Weergave > Projectie en selecteer vervolgens een projectie.

Je kan ook een projectie instellen vanuit de Weergavebalk. Klik op het veld Actieve Projectie en selecteer een projectie in de keuzelijst die uitklapt.

 

Actieve projectie / Keuzelijst projecties

Projectiemethode

Omschrijving

2D/Plan

Deze projectie wordt meestal gebruikt voor het gewone 2D-tekenwerk.

Orthogonaal

Dit is de traditionele isometrische projectie die door architecten en ingenieurs wordt gebruikt en is waarschijnlijk ook de meest gebruikte projectie voor 3D. Een belangrijke eigenschap van orthogonale projecties is dat objecten hun werkelijke afmetingen behouden ongeacht of je van op een grote of een kleine afstand naar kijkt.

Smalhoek

Om je tekening onder een smalhoek weer te geven, vergelijkbaar met een telelens.

Normaal

Om je tekening normaal weer te geven, vergelijkbaar met een fotolens.

Breedhoek

Om je tekening onder een breedhoek weer te geven, vergelijkbaar met een groothoeklens of fisheye-lens.

Stel perspectief in

Selecteer deze optie om de brandpuntafstand zelf in te stellen. Het dialoogvenster ‘Stel perspectief in’ wordt geopend. Voer een aangepaste afstand of een kijkhoek (in graden) in om het perspectief te definiëren. Hoe kleiner de Afstand waarde, hoe breder de hoek. Je kan ook de schuifregelaar onder de parameter Kijkhoek naar links of rechts slepen. Deze instellingen zijn van elkaar afhankelijk; als je de ene verandert, verandert automatisch de andere. 

Je kunt een Kijkhoek waarde van maximaal 170° invoeren in het tekstveld, maar de schuifregelaar staat een maximale waarde van slechts 120° toe.

Tweepuntsperspectief

Schakelt voor perspectiefprojecties tweepuntsperspectief in of uit. Indien ingeschakeld, worden alle verticale lijnen in de tekening (lijnen op de Z-as) zowel parallel als verticaal weergegeven.

Tweepuntsperspectief blijft actief doorheen veranderingen in het aanzicht, totdat het wordt uitgeschakeld, een ander perspectief wordt geselecteerd, of het aanzicht te dicht bij de boven- of onderkant van het model komt om tweepuntsperspectief zonder vervorming te behouden.

Een aanzicht in normaal perspectief, met tweepuntsperspectief uitgeschakeld (links) en ingeschakeld (rechts)

Schuin cavalier (30° of 45°)

Deze methodes vertrekken van het vooraanzicht van het model en voegen hier een diepte-effect aan toe. De vectoren die loodrecht op het projectieplan staan, hebben dezelfde lengte op het blad als de vectoren die parallel op het projectieplan staan. Dit zorgt voor vertekend beeld en doet objecten er dieper uitzien dan ze in werkelijk zijn. Deze methodes worden gebruikt voor presentatiedoeleinden. De projecties vergemakkelijken het opmeten van objecten; ze zijn vooral handig als je nog metingen moet uitvoeren nadat de tekening afgedrukt is.

Schuin cabinet (30° of 45°)

De methodes voor Schuin cabinet werken ongeveer op dezelfde manier, maar het object wordt 50% verkort, zodat je een meer natuurlijk uitzicht krijgt. Ook hier zijn de afstanden zeer gemakkelijk op te meten. De afstand van de vectoren die loodrecht op het projectieplan staan, moeten met twee worden vermenigvuldigd om de werkelijke afstand te verkrijgen.

Shaded en Renderworks rendermethodes bieden geen ondersteuning voor schuine projecties; bestanden die gerenderd zijn met Shaded of een Renderworks rendermethode, worden automatisch bewaard met een orthogonale projectie. Om een rendering toe te passen bij schuine projecties, kan je één van de polygoon-rendermethodes gebruiken, of de methode Achterliggende lijnen verbergen.

Via de Vectorworksvoorkeuren bepaal je de initiële projectie die gebruikt moet worden om de tekening weer te geven wanneer je wisselt van 2D/Plan- naar een 3D-aanzicht (zie Voorkeuren Vectorworks: Categorie Interface).

Klik op Open projectievoorkeuren in de weergavebalk voor een snelle shortcut naar de 3D categorie van de Vectorworks voorkeuren.

In perspectiefaanzicht zie je op de achtergrond een horizon met beschaduwing. Deze benadrukt de verticale positie van de toeschouwer ten opzichte van de objecten in de scene. De horizon wordt echter niet meegenomen wanneer je het bestand afdrukt of exporteert. De groene kleur staat voor de grond beneden de horizon, de blauwe kleur voor de lucht erboven. Ook deze kleuren helpen bij het oriënteren. De kleur van de grond en lucht kan gewijzigd worden; zie Instellingen grafische onderdelen.

Wanneer je in een perspectiefaanzicht navigeert door middel van de schuifbalken of de gereedschappen Zoom of Handje, verandert de camerapositie ten opzichte van het model maar blijft het perspectief behouden. Als er in het huidige aanzicht geen objecten zijn die kunnen dienen als referentie tijdens de beweging, zal er een visueel hulpmiddel op het scherm verschijnen waarmee je de beweging makkelijker kunt oriënteren.

Het visuele hulpmiddel biedt informatie over de navigatie wanneer er zich geen objecten in het perspectiefaanzicht bevinden. 

Je kan het gereedschap Verplaats aanzicht gebruiken om door een model te navigeren en in een perspectiefaanzicht op dynamische wijze de perspectiefvervorming aanpassen (zie Verplaats aanzicht).

Niet gevonden wat je zocht? Vraag het aan onze virtuele assistent Dex.